Alle knopen die belangrijk zijn voor het gebruik in de vaart worden zeemansknopen genoemd (ook wel boots knopen of nautische knopen). Zeemansknopen worden vooral gekenmerkt door het feit dat ze gemakkelijk te knopen zijn en oor het feit dat ze stevig vastzitten en tegelijkertijd snel weer losgemaakt kunnen worden. Zelfs wanneer het touw nat en versleten is blijft de zeemansknoop deze eigenschappen behouden.
Het kunnen knopen van zeemansknopen is belangrijk op elke vaartocht en daarom zou elk bemanningslid de belangrijkste zeemansknopen moeten kennen. De instructies en de knopen kit, aangebonden op deze website leren je een aantal belangrijke zeemansknopen.
Hieronder een paar knopen die je zou moeten kennen als je op een boot vaart.
Een halve steek is een zeer eenvoudige knoop en word vaak gebruikt als onderdeel van andere knopen, bijvoorbeeld een platte knoop, deze bestaat uit twee halve steken.
Vaak wordt de halve steek wordt ook wel eens gebruikt als een stopperknoop, een knoop om een verdikking in het touw aan te brengen, bijvoorbeeld om te voorkomen dat een touw uit een katrol of blok glijdt. Als een stopperknoop verdienen andere knopen de voorkeur (bijvoorbeeld de achtknoop), omdat de halve knoop eenvoudig afglijdt. Een ander nadeel van de halve steek is dat wanneer de lijn onder spanning gezet wordt de knoop niet meer eenvoudig los te maken is.
Een achtknoop is een knoop die aan het einde van een lijn wordt gebruikt als stopperknoop, dus met doel de doorsnede van de lijn te vergroten. Door deze verdikking wordt voorkomen dat bijvoorbeeld de lijn uit een katrol of een blok glijdt.
Wanneer er veel spanning op de knoop komt te staan kan deze moeilijk weer losgehaald worden. Om te voorkomen dat de achtknoop niet meer losgehaald kan worden, wordt er een zogenoemd slippend einde aangebracht.
Een variant van de achtknoop is de dubbele of teruggetrokken achtknoop of acht lus. Deze lus ontstaat door een achtknoop te leggen in een dubbelgeslagen touw.
Deze steek wordt gebruikt om twee einden touw van gelijke dikte aan elkaar te knopen. Een goed gemaakte platte knoop trekt zichzelf vast en zal niet vanzelf losgaan. Maakt men echter een fout met het leggen van de knoop, bijvoorbeeld door de twee uiteinden van de lijn niet netjes naast elkaar te leggen, maar in een hoek ten opzichte van elkaar, dan zal deze “platte knoop” slippen en losgaan.
Wil je twee lijnen aan elkaar vast maken van ongelijke dikte dan kan je beter een schootsteek of dubbele schootsteek gebruiken. Ook wanneer er veel spanning op de knoop komt te staan is het beter om een vissersknoop te gebruiken.
Wanneer je natte en gladde touwen aan elkaar wilt knopen kan je de vissersknoop gebruiken. Deze knoop wordt vaak als alternatief gebruikt voor de platte knoop. Een groot voordeel van de vissersknoop is dat hij in vergelijking met de platte knoop niet kan doorslippen en makkelijker los is te krijgen nadat hij een grote kracht of regenweer heeft moeten doorstaan.
Net zoals de platte knoop gebruik je de schootsteek om twee touwen aan elkaar vast te maken, echter gaat deze knoop veel makkelijker los. Het voordeel van een schootsteek is dat je twee ongelijke lijnen, lijnen die verschillen in dikte, in stijfheid en of trek sterkte makkelijk aan elkaar kan knopen.
Een dubbele schootsteek is aan te raden wanneer er een groot dikte verschil is tussen twee lijnen.
Je kan de schootsteek eventueel ook op slip leggen, zodat de knoop ook onderspanning kan worden losgetrokken, bijvoorbeeld bij het slepen van een boot kan in het geval van nood de gesleepte boot zo los worden getrokken.
Marc Witteveen s.p.
Savinjska Cesta 64
3313 Breg Pro Polzela
Slovenia